Voor het nieuwe jaar had ik twee voornemens: mijn cursus Japanese for Busy People inclusief deel 3 (bedankt Sinterklaas!) afronden en regelmatig schrijven op mijn weblog. Van beide is nog niet zoveel terecht gekomen. Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Vanaf nu ten minste iedere twee weken een post alhier. We beginnen met twee reisverhalen, deze van bijna drie maanden geleden.

Zoals ik al eerder schreef, kun je heel goed skiën in Japan. Ik was dan ook verheugd om naar één van de meest bijzondere locaties te gaan: Zao Onsen. We hadden een driedaags weekend uitgekozen en zouden met collega’s, acht man in totaal, met een busje daarheen rijden. Dat werd uiteindelijk gereduceerd tot vier en in een gewone auto; de ski’s via een koerier (daarover mogelijk later nog uitleg). Bovendien ging het de dag ervoor enorm sneeuwen, in Tokyo zelfs het dikste pak in decennia. Dat bedroeg alsnog maar 20cm, maar omdat het niet vaak gebeurt, mensen geen winterbanden hebben, en het ook in de stad heuvelachtig is, gaf dat vreselijke verkeersproblemen. Omdat er op de snelweg naar het noorden meer dan 50 ongelukken waren gebeurd, hebben ze die de volgende dag, toen wij wilden vertrekken, doodleuk afgesloten. Ons plan om om 5 uur ‘s ochtends te vertrekken en de middag nog te skiën kon zo niet door gaan. Uiteindelijk stapten we om 11 uur, toen ze langzaamaan stukken snelweg begonnen te openen, de auto in, reden we de eerste 70km in twee uur door binnenwegen, en kwamen we rond 18.30 in onze herberg. Geen skiën, maar wel erg lekker eten met lamsvlees (een zeldzaamheid hier).

Onsen, dat zijn natuurlijke, hete, vulkanische baden: het water komt gewoon uit de grond opborrelen. Net als in Nozawa Onsen, is het hele dorp daardoor vergeven van een overal tegenwoordige zwavellucht. Om onze teleurstelling enigszins teniet te doen, gingen we na het diner naar één van de grotere onsen aldaar, inclusief openluchtbaden. Naakt in een heet mineraalbad ontspannen te midden van alle sneeuw is inderdaad bijzonder.

De volgende twee dagen hebben we uitstekend geskied. De reden waarom Zao zo bekend is, zijn de sneeuwmonsters. Sneeuwmonsters? Wel, van een afstand lijkt het daar wel degelijk op. Het zijn bomen die door een combinatie van sneeuwval en wind op een veld witte monsters gaan lijken. Hier wordt dan ook volop mee geadverteerd. Wat ze er niet bij vertellen, is dat het maar een paar dagen per seizoen stralend weer is, en dat die grote hoeveelheden sneeuw niet uit de blauwe hemel komen vallen. Een bewolkte berg met slecht zicht is daardoor de norm. Gelukkig hadden we een korte periode met halve opklaringen, waardoor ik net deze paar foto’s hebben kunnen maken.

had het heel koud

De mooiste gimmick is dat je langs en tussen de sneeuwmonsters door kunt skiën. Daarvan heb ik een filmpje gemaakt:

Mar 012013
 

Afgelopen weekend waren we voor de laatste keer skiën dit seizoen. Na het kleinere, maar charmante Togakushi, en het gemakkelijke en moderne Gala-Yuzawa, was de bestemming nu het in Japan beroemde Nozawa Onsen. Een onsen is een natuurlijke, hete bron waar de Japanners zeer trots op zijn. Er zijn veel vakantie-oorden puur en alleen om de onsen, maar  in Nozawa Onsen is het een mooie en bijzondere bonus (hieronder meer daarover).

Belangrijker is dat Nozawa Onsen één van de eerste plaatsen is waar skiën werd geïntroduceerd, in 1912 door de Oostenrijker Theodor von Lerch, die in het jaar ervoor jaar ook als eerste Mount Fuji op de ski’s beklom. In die tijd was het enkel langlaufen, de eerste “skiheuvel” werd in 1924 geprepareerd. Liften verschenen pas na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren ’30 werd de zogenaamde Arlbergskitechniek geïntroduceerd door Hannes Schneider, eveneens een Oostenrijker,  die klaarblijkelijk zo’n indruk heeft achtergelaten dat men een standbeeld voor hem heeft gemaakt (die wij niet konden vinden en mogelijk was ondergesneeuwd) en een piste naar hem heeft vernoemd.

Het skiën in Nozawa Onsen is goed. Ondanks dat de hoogste top slechts 1650 meter hoog is, kent het een verval van meer dan 1000 meter, en heeft één erg lange afdaling, de “Skyline”, van meer dan drie kilometer. Er zijn meerdere uitdagende pistes, en, in tegenstelling tot veel andere gebieden in Japan, wordt er ook buiten de piste geskied. Op beide dagen sneeuwde het, dus weer nauwelijks foto’s, maar erg goed skiën. De tweede dag was wel erg koud door sneeuw en wind, en waren veel liften stilgezet.

De grote attractie naast het skiën zijn dus de onsen. De grap is dat er 11 publiek en gratis toegankelijke badhuizen zijn, die je naar wens kunt bezoeken van ‘s morgensvroeg tot middernacht. Later in het winterseizoen is het niet meer koud in het dorp, en kun je mensen in yukata (badjas) zien lopen die van badhuis naar badhuis gaan. Zoals ik al eerder schreef is skiën in Japan niet compleet zonder baden achteraf, en hier wordt dat nog een stapje hoger beoefend.  Het mineraalwater hier bevat erg veel zwavel, naar verluidt goed tegen verouderende huid, maar de geur daarvan is wel overal in het dorp aanwezig. Ook is het water hier erg heet, maar wordt vermengd met koud water. De tweede dag, met slecht weer, zijn we zelfs voor het skiën naar een onsen gegaan.

Nozawa Onsen heeft ook meer weg van een Alpendorp in die zin, dat er veel mensen op straat zijn, en meerdere drank- en eetgelegenheden zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Togakushi waar niet eens een supermarktje te vinden was en ook geen café. Het was van de drie de beste skibestemming, en een mooie afsluiting van het seizoen.

Volgend jaar meer skiën, hopelijk naar Hakuba en Zao.

© 2012 Aron Beekman Suffusion theme by Sayontan Sinha