Vervolg op het stukje van vorige week.

Nadat op zondag in mijn buurt maar liefst vijf keer door de gemeenteluidsprekers, die overal geïnstalleerd zijn, was opgeroepen om te gaan stemmen, werden de stembussen gesloten en kunnen we de weinig verrassende balans opmaken.

Kort gezegd, de Liberaal Democratische Partij (LDP) heeft veel gewonnen, de Democratische Partij (DPJ) veel verloren en de rest ongeveer gelijk. De LDP heeft net geen absolute meerderheid, en de huidige coalitie LDP + Komeito geen tweederde meerderheid. De partijen die voor grondswetwijziging zijn, althans in hun verkiezingsprogramma, hebben samen ook geen tweederde meerderheid.

De opkomst was ongeveer 52%, wat mij eerlijk gezegd nog mee viel. De cijfers uitgesplitst naar leeftijd heb ik nog niet kunnen vinden, maar ik vermoed dat ze niet veel verschillen van die van afgelopen december (laatste kolom van de bovenste tabel). Ter vergelijking, de opkomst bij de  Provinciale Statenverkiezingen in Nederland in 2007 was 46% en in 2011 55%.

Ik vermoed dat de grondwetswijzing nu niet snel van de grond (haha) zal komen. Abe is op dit moment nogal populair en heeft nu drie jaar tot de volgende verkiezingen om met ruime meerderheden in beide kamers zijn beleid te implementeren. Sommigen stellen dat hij deze ruimte zal gebruiken om zijn nationalistische agenda door te drukken, maar je zou ook kunnen betogen dat hij juist drie jaar zich niet om de populistische kant hoeft te bekommeren en in plaats daarvan zich met name op de economie zal richten. De eerste signalen zijn inderdaad dat het opgevat wordt als een mandaat voor het economisch beleid en niet zozeer voor het constitutionele vraagstuk.

Laten we zeggen dat ik gematigd pessimistisch ben hierover. Maar een stabiele regering die daadwerkelijk beslissingen neemt, zou het land links- danwel rechtsom de goede weg op kunnen helpen. De vraag is of de oplawaai die de LDP in 2007-2009 gekregen heeft, er voor gezorgd heeft dat de ouwe-jongens-krentenbrood onderonsjes tussen politici, bureaucraten en zakenlui nu uit zullen blijven, of dat we werkelijk weer in het verleden zijn beland.

Het enige andere opmerkenswaardige is dat de Communistische Partij (JCP) flink heeft gewonnen, vermoedelijk door het aantrekken van gedesillusioneerde DPJ-stemmers. De JCP richt(te) zich met name tegen kernenergie en tegen het handelsverdrag TPP, de onderhandelingen waarbij Japan juist deze week is aangesloten.

 

Aanstaande zondag zijn er verkiezingen voor het Japanse hogerhuis (House of Councillors). De helft van de 242 zetels is verkiesbaar, voor een periode van zes jaar, de andere helft over drie jaar. Tijdens verkiezingen in 2007 had de Democratische Partij (DPJ) een flinke winst geboekt, waardoor een ‘linkse’ coalitie de meerderheid had verworven, voor het eerst sinds de oprichting van de dominante Liberaal-Democratische Partij (LDP) in 1955. De minister-president van toen is dezelfde als die van nu, Shinzo Abe, en (mede) door dit verlies trad hij niet veel later af.

De politieke omstandigheden nu zijn totaal anders dan zes jaar geleden. Na de historische overwinning in het lagerhuis van de DPJ in 2009, hadden veel Japanners hoop op veranderingen in het zeer robuuste old-boys-netwerk van politici, ambtenaren, zakenlui enzovoorts. Echter de economische crisis, gekibbel binnen de partij, onrealistische beloftes en daarbovenop de hattrick aardbeving-tsunami-kernramp van 3 maart 2011 zorgden voor decimering van de DPJ tijdens de verkiezingen afgelopen december, en nu is de LDP zoals vanouds stevig in het zadel.

Interessant genoeg is Abe op dit moment zeer populair, door het zeer slim te spelen. Met name de inmiddels wereldberoemde Abenomics hebben hieraan bijgedragen. Hiermee wordt een drieledig economisch beleid aangeduid: 1) quantitative easing, oftewel onbeperkt geld drukken om de koers van de yen omlaag te krijgen wat de export zou moeten opkrikken en een inflatie van 2%, komend van 0% of minder, om de binnenlandse consumptie aan te zwengelen; 2) grote overheidsuitgaven, met name in infrastructuur om de economie op gang te helpen; 3) structurele veranderingen. De eerste twee punten zijn in grote mate uitgevoerd, de uitwerking ervan moeten we allemaal afwachten. De export is zeker aangetrokken, maar omdat Japan veel energie importeert, zeker na het stilleggen van alle behalve twee kernreactoren, stijgen de prijzen ook hard. Wat met structurele veranderingen bedoeld wordt, weet niemand, terwijl dat het belangrijkste punt zou moeten vormen, de andere twee zijn duidelijk korte-termijn noodgrepen.

Ondanks dat er voor de gewone Japanners (behalve die in de bouwindustrie) weinig veranderd is dan gestegen benzine- en elektriciteitsprijzen, vermoed ik dat met name de besluitvaardigheid zeer aanspreekt. Abe heeft ook de centrale bank op de knieën gekregen, alhoewel die hard roept dat het onafhankelijk beleid is, wat lang voor ondenkbaar werd gehouden. De oppositie daarentegen, met de DPJ voorop, is totaal stuurloos en biedt geen enkel coherent alternatief. De LDP gaat zeker winnen dit weekend en de vraag is alleen met hoeveel.

Hier komt het interessante aspect van deze verkiezingen: er is al zeer lang een discussie gaande over het aanpassen van de grondwet. Deze is na de oorlog door de Amerikanen in een paar weken opgesteld (lees bijvoorbeeld dit opmerlijke verhaal over het opnemen van vrouwenrechten), en veel Japanners, in het bijzonder de na-oorlogse generatie, vinden het tijd voor een ‘eigen’ grondwet. Het gaat dan meestal over het aanpassen van artikel 9, dat Japan verbiedt een leger te onderhouden. Gezien de gevaarlijke gek in Noord-Korea en de eindeloze eilandruzietjes met China, Zuid-Korea en ook Taiwan en Rusland, denken veel Japanners dat de veiliger af zijn indien dit grondwettelijk artikel geschrapt wordt. In realiteit heeft Japan al een omvangrijk leger, pardon, “zelfverdedigingsstrijdkrachten” (3x woordwaarde), en een grote aanwezigheid van Amerikaanse militairen en wapentuig. Het is zelfs zo dat de VS al jaren aandringen op meer eigen verantwoordelijkheid van Japan, vermoedelijk omdat de huidige situtatie zeer kostbaar is.

Abe heeft het aanpassen van de grondwet al gebruikt in zijn verkiezingsretoriek voor het lagerhuis in december, dus iedereen weet waar men aan toe is. Voor het wijzigen van de grondwet is een twee-derde meerderheid in zowel het lager- als het hogerhuis nodig, gevolgd door een referendum. Samen met coalitiepartner Komeito is die meerderheid in het lagerhuis er al, en de vraag nu is dus of die ook in het hogerhuis verworven zal worden.

Als je wat pessimistischer bent ingesteld, gaat het Abe en de LDP om iets anders, iets meer sinisters. Hij heeft al aangekondigd dat hij in eerste instantie het wijzigingsproces zelf wil aanpassen, namelijk naar gewone meerderheden in beide kamers. Dat maakt dan de weg vrij voor veel uitgebreidere afwijkingen van de huidige tekst. Uit de voorstellen van de LDP zou je kunnen opmaken dat het de rechten van de burgers wil inperken. Dit wordt dan uitgelegd als “minder westers” en “meer Japans”. Zo zou het verplicht worden bij wet om “de vlag en het volkslied te respecteren”, en verdwijnen artikelen die expliciet mensenrechten erkennen.

In ieder geval zou je denken dat deze verkiezingen zeer belangrijk zijn wat dit punt van de grondwet betreft. Daarnaast spelen er andere grote zaken: al dan niet meedoen in het Pacifisch handelsverdrag TPP (veel boeren, traditoneel LDP-stemmers, zijn tegen); kernenergie heropstarten (LDP is voor, meeste andere tegen); conflicten met China en Zuid-Korea; doorgaan met Abenomics.

Het meeste interessante fenomeen is echter, dat de hele verkiezingen niet of nauwelijks in de aandacht staan. Dit artikel verwoordt het perfect, dit is precies wat ik zelf ook ervaar. Niemand praat erover, er wordt niet gediscussieerd, en soms lijk ik meer van de stand van de grondwet te weten dan sommige Japanse kennissen. Waar ik zelf het meest naar uitkijk zijn de opkomstcijfers en dan met name onder de jongeren, ik ben bang dat die onnoemelijk laag zullen zijn, zeg 25%, en minder dan 50% totaal. Dit zou betekenen dat we weer terug belanden in naoorlogs Japan, waar de LDP en de ambtenaren de dienst uitmaken en de burger zonder protest of betrokkenheid daar tussendoor zijn leven probeert te leiden.

 

Vervolg op het stukje van donderdag.

Zoals verwacht heeft de Liberaal-Democratische Partij (LDP) van voormalig premier Abe de absolute meerderheid behaald met 294 (61%) van de 480 zetels. Er is sprake van dat er een coalitie met de New Kometo Party (NKP) die 31 zetels (6%) heeft behaald, om zo een tweederde meerderheid in het Huis van Afgevaardigden te hebben, waarmee wetsvoorstellen doorgedrukt kunnen worden zonder goedkeuring van het hogerhuis.

De Democratische Partij (DPJ) is gedecimeerd en behoudt maar 57 (12%) van haar 251 zetels. De Japan Restoration Party van de (oud-)burgmeesters van Osaka en Tokyo wordt de derde partij met 54 (11%) zetels. Daarachter is nog veel klein grut. De opkomst was bijna 60%, 10 procentpunten minder dan vorige keer maar een historisch normaal getal.

De analyses spreken vooral van een afstraffing van de DPJ, en niet zozeer een steun voor het beleid van de LDP. Toch is het verwonderlijk dat de Japanse bevolking de partij die eigenhandig (samen met de bureaucraten en grote bedrijven) Japan in een twee-decennia lange economische stagnatie heeft gemanoeuvreerd, terug in het zadel hijst. Ook opmerkelijk is het kernenergie-aspect. Na de ramp van vorig jaar zijn er voor Japanse begrippen grootschalige protesten gehouden tot op de dag van vandaag, de onmiddellijke afschaffing van kernreactoren eisend. Ook is het een favoriet onderwerp van de pers. Zowel TEPCO, de energiemaatschappij de die Fukushima-reactoren bezit en opereert, als de regulatoren blijken grote steken te hebben laten vallen, voor, tijdens en na het incident. Meerdere partijen voerden campagne op vrijwel alleen dit onderwerp. De LDP was juist het minst uitgesproken, en zal waarschijnlijk kernenergie handhaven en reactoren opnieuw opstarten. Deze verkiezingen werden soms omschreven als een referendum over kernenergie, en in die zin is er een duidelijk antwoord gekomen.

De LDP heeft de volgende zaken aangekondigd:

  • grootschalige overheidsuitgaven, in het bijzonder bouwprojecten, ter stimulering van de economie
  • kwantitatieve versoepeling (geld drukken) om de inflatie naar 2% te brengen, van ongeveer 0% nu
  • aanhalen van de betrekkingen met de VS

Daarnaast zal Abe mogelijk de relatie met China zal trachten te verbeteren, om economische redenen, terwijl hij eerder ook verkondigde de Japanse aanwezigheid op de Senkaku-eilanden te willen vergroten. Aanpassingen aan de grondwet, met name om een leger in te stellen, zullen waarschijnlijk niet heel snel verwezenlijkt worden.

Volgende zomer zijn er verkiezingen voor het hogerhuis. Tot dan heeft de DPJ daar een meerderheid; er zullen er het komende half jaar waarschijnlijk nog geen radicale wijzigingen plaatsvinden, omdat  het bovengenoemde passeren van het hogerhuis als een zeer zwaar instrument wordt gezien.

In Tokyo wordt Inose de nieuwe gouverneur. Hij was vice-gouverneur onder Ishihara, en door de laatste aangewezen als zijn opvolger. Er wordt dan ook verwacht dat diens beleid (of soms non-beleid) in grote lijnen voortgezet zal worden, inclusief het Olympisch bod voor 2020, dat volgend jaar besloten zal worden.

© 2012 Aron Beekman Suffusion theme by Sayontan Sinha