Jan 162013
 

Dit weekend heb ik voor het eerst geskied in Japan. Tof! We gingen naar Togakushi, een kleiner gebiedje in de buurt van Nagano. Onze ryokan (traditionele herberg) was een officiële verblijfsplaats voor toeschouwers tijdens de Olympische Spelen van 1998, aangezien het bobsleeën en het freestyle skiën daar in de buurt plaatsvonden.

Er is hier wat minder hoogteverschil dan in de Alpen, maar hier waren meerdere interessante afdalingen. Het uitzicht was eveneens minstens zo adembenemend.

Opvallend genoeg leek het gemiddelde niveau van de skiërs hoger dan wat ik in Europa gewend ben. Een verklaring zou kunnen zijn, dat mensen niet een week vakantie nemen maar eerder een weekend of zelfs een dag op de piste staan, en dan ook echt voor het skiën komen. Aan “even tussenuit zijn” en “genieten” of met de lift naar boven en dan koffie drinken doen ze hier niet, en er zijn dan ook veel minder stumpers te bekennen. Ook lijkt het dat er een andere stijl gehanteerd en geleerd wordt, met weinig stokinzet en veel carving. Zo anders zelfs, dat er een aparte school voor “Frans skiën” opereerde, die inderdaad een andere methode onderwijst.

Het gebied ligt een stuk lager, en de hellingen zijn minder steil, dan in de Alpen. Voordeel van dat laatste is dat de sneeuw langer goed blijft, en dat je goed je bochtentechniek kunt oefenen. Met max. 500 meter hoogteverschil was het liftje op, piste af, maar  daardoor niet minder leuk of uitdagend. Er waren meerdere zeg zwarte hellingen, en zeker met verse sneeuw de tweede dag was het heerlijk. Nog iets grappigs: op de bückelpiste waren veel skiërs die het goed konden, maar ze namen allemaal hetzelfde spoor waardoor er een hele diepe geul onstond. Volgende dag met nieuwe sneeuw, zelfde verhaal.

Het dorpje Togakushi is uiterst charmant met veel in Japanse stijl gebouwde huizen, restaurants en herbergen. De Japanse beleving van skiën bevat onmiskenbaar het baden, liefst in een onsen, maar anders in een gemeenschappelijk bad ter plekke. Ik moet zeggen dat dat inderdaad erg fijn is. Daarentegen bestaat après-ski in het geheel niet; eten kun je nog buiten de deur maar een bar of café is niet te vinden. Hooguit kan je je met een fles sake of wat blikjes bier vermaken op je eigen kamer.

Laatste buitenlander-maakt-een-vergelijking: de restaurants op de piste hanteren normale prijzen, voor minder dan een tientje heb je een prima lunch, bijvoorbeeld een grote bak noedels of rijst-met-toppings, soep en saladetje. Ook kun je uit automaten voor de reguliere prijs van 120yen (ruim een euro) een blikje cola of (warme!) thee halen.

Ik hoop dit seizoen nog een keer of twee te skiën, bij voorkeur ook in Nozawa Onsen.

Ondertussen had het in Tokyo een centimeter of 10 gesneeuwd, maar in tegenstelling tot het noorden kan men er hier niet mee omgaan. Er werd niet gestrooid of geveegd, en dinsdag stond het verkeer de hele dag vast.

 
 16th April 2012 17:45JST  , , , , ,  No Responses »

Gisteren (zondag) was mijn eerste rit met de Tokyo Cycling Club (bedankt Tako!). Dat is in feite een internetforum waar mensen afspraken maken om samen te gaan fietsen, en andere fietsverhalen uitwisselen. Vandaar dat de club het hele fietsspectrum beslaat: van wedstrijdrenners  tot mensen die pas net fietsen, van ouwe rotten tot onervaren nieuwkomers. De meeste ‘leden’ zijn buitenlanders, maar ook een paar Japanners, waarvan er één nu meefietste.

In het zeer wisselende weer de laatste dagen was zondag uitstekend: 15 tot 18 graden, half bewolkt en weinig wind. De ontmoetingsplek was vlakbij mijn huis, aan de rivier. Vandaar gingen we met zes man stroomopwaarts, om na een kilometer of vijfentwintig linksaf te slaan, richting de bergen.

 

Nu ja, bergen is een groot woord, het zijn heuvels. Maar omdat je vanaf zeeniveau begint kan je aardig klimmen. Naar ik begrepen heb zijn er zowel geleidelijk stijgende wegen als hele steile. Ik had mijn bergverzet meegenomen, althans dat dacht ik, want die cassette had 23 tandjes als grootste (i.p.v. 25). Maar met de 34 vóór allemaal goed te doen, aangezien we vermoed ik max. 10% helling gedaan hebben.

We fietsen samen zo’n 115 kilometer (route), alhoewel er twee eerder afsloegen, tot het plaatsje Oume (spreek uit: oo-me), waar de anderen de trein pakten. Je kan hier overal gratis je fiets in de trein meenemen zolang je maar een tas eromheen doet (zgn. rinko bag). Die heb ik nog niet, en had wel zin om wat verder te fietsen. Zonder echte kaart maar de opeenvolgende plaatsen ingeprent, kwam ik krap twee uur en 45 kilometer later thuis aan, een mooie dag fietsen. Ik was beter dan de rest op deze rit, maar ik was allang blij om een mooi stuk op de fiets te kunnen doen. In de toekomst volgen er vast genoeg slopende bergkoersen.

© 2012 Aron Beekman Suffusion theme by Sayontan Sinha